Ontwerp gezamenlijke tuin de Omscholing

Ontwerp gezamenlijke tuin de Omscholing
Ontwerp Tuinatelier Herman & Vermeulen

donderdag 2 april 2015

Het moestuintje van AH

Een Nederlandse supermarkt heeft 44 miljoen turfbakjes met groentezaden uitgedeeld bij de boodschappen. Een leuke actie. Veel mensen, wij ook, zijn enthousiast begonnen met zaaien en de vraag is: hoe staat het nu met het AH moestuintje?


Kiemblaadjes

Veel van de zaden zijn opgekomen. Door veel warmte (dicht bij de verwarming) en nog niet zoveel licht, zijn de zaailingen vooral hoog, slap en dun geworden, met van die ielige steeltjes. De eerste twee blaadjes die uitgekomen zijn heten kiemblaadjes of zaadlobben. Deze blaadjes zien er bij veel soorten hetzelfde uit. Pas nadat deze kiemblaadjes zijn gevormd komen de 'echte' blaadjes. Deze blaadjes kunnen ineens een hele andere vorm hebben. Zodra de echte blaadjes te voorschijn komen is het tijd om de zaailing in grotere potjes te zetten, of te verspenen.


Verspenen

De moestuinplantjes in de kleine turfpotjes staan natuurlijk veel te dicht op elkaar. Het is dus nodig om ze uit elkaar te peuteren om ze in grotere potjes te zetten. Doordat de AH zaden tussen papier geperst zaten (zaadmatjes) en deze nog niet helemaal vergaan waren, was het even lastig om de zaailingen of kiemplantjes zonder te beschadigen uit elkaar te peuteren. Wortels, bietjes en radijs houden er niet van om verpot te worden. Deze zaai je dan ook bij voorkeur meteen op de definitieve plek.



Wortelhals van de zaailing

De kiemplantjes kunnen nu ook wat dieper geplant worden, tot aan de wortelhals. De wortelhals is het deel tussen de eerste kiemblaadjes en de wortels in. Als je dit gedeelte onder de grond plant, dan kunnen er vanuit de wortelhals nieuwe wortels ontstaan. De lange slappe zaailingen staan nu een stuk steviger. Pak het kiemplantje bij het verspenen altijd alleen bij een van de blaadjes op, niet aan het steeltje. Met een potlood of iets dergelijks maak je een gaatje in een potje met potgrond. Voorzichtig laat je de wortels en een deel van de steel in het gaatje zakken, de blaadjes en een klein stukje van de steel (1 tot 1,5 cm) blijven boven de grond. Duw het gaatje voorzichtig dicht met je vingers. Niet schrikken, de zaailingen hebben even tijd nodig om bij te komen. Waarschijnlijk hangen ze een tijdje slap in hun nieuwe potjes voordat ze fier overeind komen.

Afharden

Met een plantenspuit kun je de aarde rondom de zaailing goed nat maken. De plant zelf hoeft echt geen plens water op z'n kop te krijgen. Geef ook niet teveel water, de planten gaan dan slap hangen en gaan uiteindelijk dood. De potjes met zaailingen kunnen vervolgens iets kouder worden gezet, dus niet meer vlak bij de verwarming. Door te veel warmte krijg je van die slappe, dunne plantjes met hele dunne stelen. Een lichte plek is wel heel belangrijk. Een goede plek is bijvoorbeeld onder een afdakje op een zonnige plek of in de bijkeuken. Af en toe kun je de plantjes overdag al even buiten zetten. Dan wennen ze aan wind en temperatuurverschillen. Dit heet afharden. Tot half mei kan het af en toe nog vriezen 's nachts. Voor veel zaailingen, zeker de aubergine en de basilicum is dat nog veel te koud. 




Wortelstelsel

In de grotere potjes zullen de wortels zich goed ontwikkelen. De kiemplantjes worden echte plantjes en de soorten die tegen kou (geen vorst) kunnen zoals sla, andijvie, spinazie en broccoli kunnen vervolgens naar de moestuin verhuizen of je zet ze in potten en bakken op het balkon of terras. Wacht met de aubergine, basilicum, courgette en tomaat nog even tot half mei (ijsheiligen). Nog geen moestuin? Kijk op de site hoe je een makkelijk moestuin kunt maken.